Het orgel werd gemaakt door de orgelmakers L. van Dam & Zonen te Leeuwarden. Een bericht over de ingebruikneming is te vinden in de Kerkelijke Courant van 13 november 1897 nr. 46 p (2).
Datum van ingebruikname: 31 oktober 1897.
Op de binnenkant van een der deuren boven de speeltafel staat: Ingewijd 1 November 1898 (in potlood).
De Kerk dateert uit 1878 en is tegen de oude toren gebouwd in plaats van de oude kerk, die in 1672 verwoest is geweest en daarna weer hersteld is.
Het orgel is een twee klaviers balustrade-orgel met bovenwerk boven het hoofdwerk en oorspronkelijk een aangehangen pedaal. In 1994 vond een uitbreiding plaats op het pedaal en werd de Flageolet op het bovenwerk vervangen door de Dulciaan.
| Hoofdwerk: Bourdon 16′ Prestant 8′ Holpijp 8′ Violon 8′ Octaaf 4′ Roerfluit 4′ Quint 3′ Octaaf 2′ Cornet IV Trompet 8′ baskant Trompet 8′ diskant Pedaal: Subbas 16′ Octaaf 8′ Basson 16′ |
Bovenwerk: Salicionaal 8′ Viola di Gamba 8′ Fluit Dolce 8′ Salicet 4′ Gemshoorn 2′ Dulciaan 8′ (was Flageolet 1′) Tremblant (Bovenwerk) Manuaalkoppel Windlosser Afsluiters beide manualen Tremulant hoofdwerk-bovenwerk, opliggend Koppel Pedaal-Hoofdwerk Koppel Pedaal-Bovenwerk |